Welkom bij de cursus Opvoeden in Balans 6: Zelf én Ander
Met deze cursus komen we bij de zesde en laatste Opvoedbalans. Deze gaat over de spanning tussen 'zelf' en 'ander'. Oftewel, over het (helpen) ontwikkelen van passie (zelf) en compassie (ander), aandacht vragen (zelf) en aandacht schenken (ander), ontwikkelen van zelfvertrouwen (zelf) en het oefenen van bescheidenheid (ander).
Deze online cursus is bedoeld om jou als opvoedondersteuner, maatschappelijk werker, gedragsspecialist, pedagoog, gezinstherapeut etc. verschillende theoretische en praktische handvatten te bieden. We doen dit door middel van voorbeelden uit speelfilms en documentaires. Ook opvoeders zelf kunnen baat hebben bij deze cursus, met de kanttekening dat we ook voorbeelden bespreken van (grote) opvoeduitdagingen.
Om de lijn van de hele serie te kunnen vasthouden en voortzetten, starten we met een kort overzicht van de cursussen die hieraan voorafgaan. De zes cursussen behandelen de zes belangrijkste spanningsvelden in de menselijke ziel, zoals die gevonden worden in verschillende soorten onderzoek (cultureel vergelijkend onderzoek van bijvoorbeeld Fons Trompenaars en het persoonlijkheidsonderzoek van de Hexaco). Als je alle zes cursussen volgt, krijg je een goede indruk van welke spanningsvelden elk mens, en dus ook elke opvoeder en elke jeugdige moet zien te hanteren.
Samenvatting Opvoedbalans 1: onvoorwaardelijke acceptatie én voorwaarden stellen
De eerste Opvoedbalans ging over de spanning tussen het onvoorwaardelijk accepteren van de jeugdige versus het stellen van grenzen en voorwaarden. In eerste instantie lijkt dit tegenstrijdig: je accepteert iemand onvoorwaardelijk óf je stelt voorwaarden. Deze opvoedbalans betreft de vraag hoe je jeugdigen de ervaring kunt bieden dat ze welkom zijn, dat ze een plek hebben, juist door deze ervaring van ‘onvoorwaardelijke acceptatie’ te versterken met voorwaarden, regels en grenzen. Met andere woorden: ze zijn als heel mens welkom, én ze moeten zich voldoende leren beheersen om in een sociale samenhang te functioneren. Bij Opvoedbalans 1 hebben we ook de hechtingsthematiek behandeld: op welke manier kun je een jeugdige die moeite heeft met hechten, toch een thuis bieden, toch een verbinding helpen aangaan, hoe bescheiden dan ook? De paradox is dat het stellen van strenge regels en voorwaarden juist kunnen helpen bij het voorzichtig 'landen'.
Samenvatting Opvoedbalans 2: daadkracht én begrip
De tweede Opvoedbalans ging over de vraag hoe je enerzijds de jeugdige helpt bij het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag en hoe je anderzijds begrip toont voor de onmacht die de jeugdige kan ervaren bij het sturen van het eigen gedrag. In dit gebied geldt ook de vraag naar balans tussen enerzijds actief zijn, ruimte innemen en energie opbranden en anderzijds rust nemen, ruimte maken en reflecteren op het eigen handelen. Het nemen van verantwoordelijkheid vraagt immers om actie én om reflectie.
Ook hier kunnen de schijnbaar tegengestelde interventies elkaar helpen. Juist door het helpen versterken van empathie voor de eigen kwetsbare kanten én die van anderen, kan de jeugdige worden geholpen om meer verantwoordelijkheid te leren nemen voor het eigen gedrag. En ook: juist het helpen bewegen en handelen kan helpen om meer rust te vinden.
Samenvatting Opvoedbalans 3: harmonie én pijn
De derde Opvoedbalans ging over de spanning tussen het enerzijds een gezellige en gezonde leefsfeer bieden en anderzijds de jeugdige helpen om via zelfinzicht een deel van de opgelopen pijn te voelen en te verwerken. Het gaat hier dus om de vraag wanneer je moet toedekken en wanneer je moet openleggen.
Ook hier kunnen de twee tegengestelde bewegingen elkaar versterken: een meer gezonde en harmonieuze atmosfeer kan juist helpen bij het verwerken van de pijn.
Samenvatting Opvoedbalans 4: variatie én identiteit
De vierde Opvoedbalans ging over de spanning tussen variëteit en focus, tussen het aanbieden van alternatieven (‘Je kunt het ook zo zien' en 'je kunt ook zo naar jezelf kijken’) versus het versterken van identiteit (‘Dit is wie je bent’). Het gaat over de speelse interesse waarmee je steeds nieuwe dingen wilt leren tegenover de ernst waarmee je volhardt in een gekozen onderwerp. Dit spanningsveld gaat over de vraag in welke mate wij jeugdigen kunnen helpen worden wie ze (willen) zijn.
De manier waarop de uitersten elkaar helpen is dat veelheid mag bestaan in de ervaring van eenheid. Het gaat over de vraag hoe opvoeders jeugdigen kunnen helpen een identiteit te ontwikkelen waarin verandering en aanpassing mogelijk zijn. Een herkenbare, betekenisvolle, hoopvolle identiteit met ruimte voor variëteit en leren.
Samenvatting Opvoedbalans 5: status én geweten
In de vijfde Opvoedbalans ging het om het hanteren van de spanning tussen het weerbaar en succesvol helpen worden van de jeugdige versus het versterken van de gewetensfunctie. Vanuit de ene pool probeer je als opvoeder de ambitie, de maatschappelijke positie en de materiële zekerheid van de jeugdige te helpen versterken terwijl je vanuit de andere pool tegelijk de gewetensfunctie helpt versterken met als kernboodschap: ‘Beperk al die uiterlijke zekerheid, het gaat om je moed, je karakter en je spiritualiteit’.
In een ideaal geval lukt het de jeugdige om zich maatschappelijk staande te houden juist door de integriteit en gewetensvolheid waarmee dit wordt gedaan.
Samenvatting van de huidige cursus, Opvoedbalans 6: zelf én ander
Bij de zesde Opvoedbalans, die we in deze cursus behandelen, gaat het over de spanning tussen enerzijds gezond egocentrisme, gevoel voor eigenwaarde en passie en anderzijds gezond altruïsme, bescheidenheid en compassie. Het gaat over ‘het zelf’ tegenover ‘de ander’, centrum tegenover omgeving, trots versus dankbaarheid, aandacht vragen versus aandacht schenken. Deze zesde Opvoedbalans gaat over de belangrijke vraag hoe wij jeugdigen kunnen helpen om hun passie te vinden en te onderzoeken hoe ze daarmee vervolgens kunnen bijdragen aan de samenleving. In zekere zin gaat het ook over echtheid en liefde. Immers, als je passie niet zuiver hanteert, word je een aansteller en als je altruïsme toepast vanuit een instabiel centrum, raak je uitgeput of zelfs misbruikt.
Ook hier geldt dus dat de twee elkaar kunnen versterken: goed voor jezelf zorgen kan een stevige basis geven om goed voor de ander te zorgen, en vice versa.
Opbouw van de cursus Zelf én Ander
Deze cursus bestaat weer uit drie hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: Voorbeelden van (en uitdagingen bij) Opvoedbalans 6
We beginnen met de voorbeelden van geslaagde (en soms minder geslaagde) pogingen om een balans te vinden tussen het helpen versterken van zelfvertrouwen en aandacht durven trekken (passie) enerzijds en het helpen ontwikkelen van bescheidenheid en het vermogen tot aandacht schenken (compassie) anderzijds. We werken dit uit aan de hand van voorbeelden uit films en documentaires. Het gaat daarbij vooral om de vraag hoe we echtheid en oprechte betrokkenheid kunnen versterken bij jeugdigen die daar onvoldoende in zijn begeleid.
Hoofdstuk 2: Ontwikkelingspsychologie bij Opvoedbalans 6
Vervolgens behandelen we de ontwikkelingspsychologie van de twee tegengestelde behoeften die onder de balans liggen. In dit geval gaat het bij ‘Zelf’ om de behoefte aan jezelf uitdrukken, het verlangen naar aandacht, waardering en bevestiging en bij ‘Ander’ om de behoefte aan deel te zijn van een gemeenschap, aandacht te schenken, zinvol aan iets bij te dragen en anderen te helpen.
Bij de ene pool (zelf / passie) gaat het om in het midden van de belangstelling willen staan (vandaar het onderliggende principe ‘centrum’) en bij de andere pool (ander / compassie) gaat het om anderen aandacht te geven, te verzorgen of te helpen (vandaar het onderliggende principe ‘omgeving’).
Hoofdstuk 3: Afweervormen bij Opvoedbalans 6
We sluiten de cursus af met voorbeelden van afweer die passen bij de twee tegengestelde behoeften. Enerzijds behandelden we de zelf-gerichte afweren zoals: theatraliteit, onechtheid, zelfoverschatting, narcisme (met daaronder vaak leegte en onzekerheid). En anderzijds kijken we naar de op de ander gerichte afweren zoals: behagen, parentificatie, covert narcisme en laten misbruiken (met daaronder vaak dezelfde ego-zwakte als in de tegenpool). Dit laatste hoofdstuk is vooral bedoeld voor hulpverleners en pedagogen, maar ook anderen zijn van harte uitgenodigd om dit hoofdstuk te volgen.
We leven in een tijd waarin grote veranderingen plaatsvinden. De consumptie-maatschappij loopt op haar einde, de globalisering heeft haar hoogtepunt gehad en werk moet worden herverdeeld. De jeugdigen worden meer dan ooit bestookt met informatie, maar ook desinformatie. Sociale media bieden een schijnwerkelijkheid waarin rijkdom en succes worden beloofd en waar iedereen zijn of haar 'fifteen minutes of fame' kan hebben. D... We leven in een tijd waarin grote veranderingen plaatsvinden. De consumptie-maatschappij loopt op haar einde, de globalisering heeft haar hoogtepunt gehad en werk moet worden herverdeeld. De jeugdigen worden meer dan ooit bestookt met informatie, maar ook desinformatie. Sociale media bieden een schijnwerkelijkheid waarin rijkdom en succes worden beloofd en waar iedereen zijn of haar 'fifteen minutes of fame' kan hebben. Daarbovenop hebben de corona-crisis, de oorlog in Oekraïne en de grote, wereldwijde recessie enorme repercussies voor de opgroeiende generaties. In deze turbulente periode is het begeleiden van opgroeiende kinderen bij het ontwikkelen van echtheid, zelfvertrouwen en een gevoel van betrokkenheid een zware maar zeer belangrijke opgave. Het is urgenter dan ooit om ze daarbij ook nog te motiveren om bij te dragen aan een betere samenleving. In deze cursus geven we voorbeelden van mogelijke benaderingen en invalshoeken voor opvoeders. We geven concrete voorbeelden en behandelen problematische situaties en hun mogelijke aanpak. Meer weergeven
Hieronder behandelen we verschillende aspecten van het spanningsveld tussen zelf en ander. We laten zien hoe we als opvoeder kunnen balanceren tussen enerzijds zelf in het centrum van de belangstelling staan en anderzijds juist de anderen in het zonnetje zetten. Variaties daarvan zijn: goed genoeg voor jezelf zorgen 'versus' voor anderen zorgen, passie 'versus' compassie, trots 'versus' dankbaarheid en zelfvertrouwen 've... Hieronder behandelen we verschillende aspecten van het spanningsveld tussen zelf en ander. We laten zien hoe we als opvoeder kunnen balanceren tussen enerzijds zelf in het centrum van de belangstelling staan en anderzijds juist de anderen in het zonnetje zetten. Variaties daarvan zijn: goed genoeg voor jezelf zorgen 'versus' voor anderen zorgen, passie 'versus' compassie, trots 'versus' dankbaarheid en zelfvertrouwen 'versus' bescheidenheid. We zetten telkens 'versus' tussen aanhalingstekens omdat het niet per se om een onoplosbare tegenstelling hoeft te handelen. Immers, hoe beter je voor jezelf kunt zorgen, hoe beter je voor anderen kunt zorgen. Precies zo geldt dat iemand met voldoende zelfvertrouwen ook op een gezonde manier bescheiden kan zijn. En op vergelijkbare wijze leidt gezonde levenslust (passie) bijna vanzelfsprekend tot meeleven met anderen (compassie). Immers, we kunnen pas echt gelukkig zijn als we ook werken aan het geluk van anderen. Meer weergeven
We belichten in dit hoofdstuk de ontwikkelingspsychologie van het centraal (kunnen) staan én de ander centraal (kunnen) zetten. In de eerste paragraaf gaan we in op het belang voor kinderen om voldoende aandacht te krijgen en emoties te kunnen uiten. In de tweede paragraaf behandelen we het ontwikkelingsbelang voor kinderen om te kunnen schenken, bij te dragen en compassie te tonen naar anderen. We belichten in dit hoofdstuk de ontwikkelingspsychologie van het centraal (kunnen) staan én de ander centraal (kunnen) zetten. In de eerste paragraaf gaan we in op het belang voor kinderen om voldoende aandacht te krijgen en emoties te kunnen uiten. In de tweede paragraaf behandelen we het ontwikkelingsbelang voor kinderen om te kunnen schenken, bij te dragen en compassie te tonen naar anderen.
In dit hoofdstuk worden de afweermechanismen behandeld die kinderen, jongeren en hun (pleeg)ouders soms gebruiken om het hoofd te bieden aan moeilijke gebeurtenissen. Wanneer deze een vast patroon aannemen, kunnen ze in de weg gaan staan van de zelfontplooiing en de opvoeding . In dit hoofdstuk worden de afweermechanismen behandeld die kinderen, jongeren en hun (pleeg)ouders soms gebruiken om het hoofd te bieden aan moeilijke gebeurtenissen. Wanneer deze een vast patroon aannemen, kunnen ze in de weg gaan staan van de zelfontplooiing en de opvoeding .
Aantal recensies: 0
Er zijn nog geen recencies. Geef de eerste!
Kies één van deze opties om met de course te beginnen.
Wil je deze course met meer dan 10 mensen volgen?
We bieden korting voor groepen die de course simultaan volgen. Neem daarvoor contact op om de mogelijkheden te bespreken: info@movielearning.com